Veelgestelde vragen algemeen
Zie hieronder een overzicht van de meest gestelde vragen. Mocht uw vraag er niet tussen zitten neem dan contact met ons op.
Onder “no cure”wordt verstaan: Alle gevallen waarin geen enkel bedrag wordt geïncasseerd hoewel de vordering, zonodig door de rechter vastgesteld, goed is. Uw vordering kan onverhaalbaar blijken als uw debiteur failliet gaat, overlijdt, of simpelweg geen verhaal biedt. De welbekende kale kip. Onder “no pay” wordt verstaan:In bovengenoemde gevallen brengt het incassobureau u geen kosten in rekening voor de werkzaamheden in de diverse fases: de buitengerechtelijke fase vóór een procedure, de fase van de procedure (mits de vordering voldoet aan de voorwaarden van artikel 4 van het no cure no pay reglement), en de fase van de executie van het vonnis.
Nee. Het risico van oninbaarheid van de hoofdsom rust bij u en blijft bij u rusten. Maar u bent niet ook nog eens kosten kwijt voor de gerechtelijke fase (de procedure voor de kantonrechter), mits uw vordering aan art 4 van het reglement voldoet. Ook vruchteloze executiepogingen van de deurwaarder hoeven dan niet te worden betaald. Uw pijn blijft beperkt tot het noodgedwongen afschrijven van uw vordering.
Het incassobureau heeft dan uit dit ontvangen incasso bedrag recht op haar vergoeding en de door haar ten behoeve van uw vordering gemaakte incassokosten (al dan niet door derden). Wat overblijft is voor u.
Het incassobureau behoudt uit de incassobedragen die de debiteur betaalt de in de algemene voorwaarden van het incassobureau vastgelegde buitengerechtelijke kosten, de proceskostenveroordeling, alsmede de gebruikelijke kosten van executie, dus alle kostenposten die moeten worden betaald door uw debiteur. Plus de rente over uw vordering die de debiteur heeft moeten betalen. Deze worden, indien geïncasseerd, als overheadkosten bij u in rekening gebracht, en vormen, tezamen met een deel van de door u betaalde contributie, de dekking voor de incassokosten die het incassobureau voor eigen rekening neemt.
U houdt zelf het risico van een slechte incassovordering. U wordt verondersteld goed werk, dan wel een goed product en/of dienst te hebben geleverd aan uw klant. Ook is het uw risico als de klant een goede tegenvordering op u blijkt te hebben die wordt verrekend of als tegenvordering wordt toegewezen. Alsdan bent u wél incassokosten verschuldigd aan het incassobureau, een en ander conform de algemene voorwaarden van het incassobureau.
Het grote voordeel van de no cure no pay incasso service van dit incassobureau is dat wanneer uw incassovorderingen voldoen aan de in art 4 van het no cure no pay reglement omschreven voorwaarden én er niets geïncasseerd wordt (doordat uw debiteur een kale kip blijkt te zijn), u niet naast de noodgedwongen afschrijving van uw vordering ook nog eens kosten kwijt bent voor de procedure en voor de executiefase.
Ter illustratie van het voordeel dat u krijgt door lid te worden van de NIC geven wij hieronder uw kostenrisico aan wanneer u een kleine vordering uit handen zou geven aan een incassobureau of deurwaarder en er sprake zou zijn van één beslag:
Vordering |
€ 101,00 |
Dagvaarding |
€ 72,25 |
Griffierecht |
€ 63,00 |
Betekening vonnis |
€ 69,53 |
Goedkoopste beslag |
€ 95,04 |
Betekening beslag |
€ 61,17 |
|
________+ |
Kosten risico |
€ 360,00 |
Stel dat de deurwaarder 3 beslagen zou hebben gelegd, dan loopt het kostenrisico dus al snel op tot +/- € 800,00. Let wel: dit is het kostenrisico dat u per zaak ! zou lopen bij een incassobureau of deurwaarder. En hoe hoger uw vordering, hoe hoger dat kostenrisico. Wordt u lid van de NIC en voldoen uw vorderingen aan de eenvoudige no cure no pay incasso voorwaarden, dan zult u met een dergelijk kostenrisico niet te maken krijgen. En dat dus voor 381,00 per jaar!
Dat lukt doordat u met zoveel andere MKB-ers de krachten bundelt in de NIC en op die manier heel veel vorderingen ter incasso indient bij het incassobureau. Op die manier kan het incassobureau de kosten en baten in evenwicht houden.
Het incassobureau beoordeelt dat niet in de buitengerechtelijke fase. Komt er geen geld binnen, dan betaalt u niets voor de dienst. Wordt er wel betaald, dan raakt u over het betaalde bedrag een vergoeding verschuldigd aan het incassobureau, ongeacht of besloten wordt de zaak door te zetten naar het gerechtelijke traject (de procedure) voor een eventueel restant. Ter voorbereiding van de procedure beoordeelt het incassobureau de vordering wél. Alsdan bespreekt zij met u de eventueel gevoerde verweren en beziet zij bijvoorbeeld of de vordering wel bewijsbaar is. Kortom, het incassokantoor beoordeelt de proceskansen en de verhaalbaarheid van de vordering en kan weigeren om een kansloze vordering de procesfase in te laten gaan (bijvoorbeeld wanneer reeds bekend is dat een debiteur met onbekende bestemming is vertrokken). Te allen tijde geldt echter dat het risico van de toewijsbaarheid van de vordering bij de leden ligt. Wijst de rechter de vordering af, of komt de vordering voor verrekening door de debiteur in aanmerking, dan moet het lid de kosten van de procedure dus altijd vergoeden.
Ja, uw vordering zit boven de minimumgrens van € 100,00. Als uw vordering ook voldoet aan de overige eisen van het no cure no pay reglement dan zal deze onder die regeling vallen.
Alle incasso zaken die door de leden worden ingezonden worden in principe in behandeling genomen, ongeacht of ze wel of niet aan de voorwaarden voldoen. Het is aan de leden zelf om na te gaan of hun incassovordering valt onder de no cure no pay regeling. Veel van de incassozaken worden (al dan niet gedeeltelijk) met succes afgehandeld, dus ook die incassozaken die niet onder de no cure no pay regeling vallen. In een aantal gevallen zal er echter geen resultaat (no cure) worden geboekt. In de buitengerechtelijke fase heeft dat in deze categorie incassovorderingen geen financieel gevolg. Voor deze fase geldt de no cure no pay regeling altijd. Voor de gerechtelijke en executiefase zal er wel een financieel gevolg zijn, namelijk dat de incassokosten die het incassobureau aan derden heeft of zal moeten voldoen (bijvoorbeeld griffierecht dat aan de rechtbank werd betaald: kosten van dagvaarding aan de deurwaarder), en de door het incassobureau (en/of derden) gemaakte kosten voor het begeleiden van de procedure (bijv: het salaris gemachtigde) door het lid moeten worden betaald. Indien u geen enkel risico wilt lopen, dan zult u, indien uw incassovordering lager is dan € 100,00, ervoor moeten kiezen om de behandeling door de vereniging direct na de buitengerechtelijke fase te staken. De ervaring leert dat het percentage van gevallen waarin het misloopt in de laagste categorie incassovorderingen laag is, nu de incassovorderingen niet onoverkomelijk hoog zijn voor de debiteuren. De vereniging adviseert haar leden dan ook de incassozaken altijd door te zetten naar de gerechtelijke fase, nu een dagvaarding in de meeste gevallen betaling tot gevolg zal hebben.
In de buitengerechtelijke fase geldt de no cure no pay incasso regeling altijd. Dus u kunt rustig voor deze fase een heel hoge vordering ter incasso indienen. Voor de gerechtelijke fase volgt de regeling de nu geldende, algemene bevoegdheidsgrens van de Kantonrechter wat betreft omvang van vorderingen. Op dit moment ligt die grens op € 5.0000, rente en kosten daarin begrepen.
Op termijn zal de bevoegdheidsgrens hoger worden. Het incassobureau zal, als dat gebeurt, telkens bezien of haar no cure no pay regeling dan mee kan groeien. Naarmate de belangen groter worden stijgt de kans op procedures en moeten opnieuw kosten-baten-analyses plaatsvinden. Het bedrag als genoemd in het reglement zal altijd wat lager zijn dan de feitelijke grens, nu het reglement rekening houdt met de verhoging van uw vordering met rente en incassokosten conform Rapport Voorwerk II. Deze moeten namelijk nog bij uw incassovordering worden opgeteld. Vormen deze tezamen een hoger bedrag dan € 5000,00 dan zou de kantonrechter niet meer bevoegd zijn en zou de gerechtelijke fase niet onder de no cure no pay incasso regeling vallen. Vandaar dus dat het incassobedrag is vastgesteld op € 4.250,00 en afwijkt van de bevoegdheidsgrens van € 5.000,00.
Betreft de incassovordering een belang of grondslag die niet tot de bevoegdheid van de kantonrechter behoort, dan is het verplicht om een advocaat in te schakelen. Alsdan draagt u zelf de kosten van de procedure en geldt de no cure no pay incasso regeling niet. De leden kunnen ervoor kiezen zelf een advocaat aan te stellen of het incassobureau verzoeken dit te regelen. Voordeel van de laatste optie is dat het incassobureau dan het werk van de leden uit handen neemt én dat de diensten van de advocaat tegen een gunstig tarief inkoopt, zodat de leden altijd voordeliger uit zijn.
Ja, mits aan de 90 dagen voorwaarde (om voor de no cure no pay incasso service in aanmerking te komen mag de incassovordering ten tijde van het uit handen geven niet ouder zijn geweest dan 90 dagen na factuurdatum: art 4.3) is voldaan en mits het vonnis via het incassobureau aan de deurwaarders wordt verzonden. Schakelt u een eigen advocaat in, zorg er dan dus voor dat het vonnis weer via het incassobureau ten uitvoer wordt gelegd! Concluderend: alle incassovorderingen vallen in de buitengerechtelijke fase en in de executiefase altijd onder de no cure no pay incasso regeling, mits de incassovordering niet ouder was dan 90 dagen op het moment van uit handen geven. Of deze incassoservice geldt voor de gerechtelijke fase hangt af van de bevoegdheid van de kantonrechter en of aan de overige voorwaarden is/wordt voldaan.
Waar het om gaat is dat u (als er niet betaald wordt in de buitengerechtelijke fase) moet kunnen aantonen dat uw incassovordering opeisbaar is. Als u gebeld hebt kunt u dat niet (of u moet uw gesprekken hebben opgenomen). Daartoe moet uw debiteur in verzuim zijn. Om in verzuim te geraken is het nodig dat iemand in gebreke is gesteld, en dat is nu juist één van de gevolgen van het verzenden van aanmaningen. Een tweede reden is gelegen in de omstandigheid dat (als er niet betaald wordt in de buitengerechtelijke fase) het incassobureau aan de rechter moet kunnen laten zien dat er diverse pogingen zijn gedaan om in der minne betaling te verkrijgen. Kan het incassobureau dit niet (telefoontjes kun je niet aantonen anders dan met een geluidsopname), dan wordt het risico gelopen dat de kosten worden afgewezen.
Dit heeft te maken met uw BTW-plichtigheid. Indien u BTW plichtig bent moet u aangifte doen van uw BTW. Net als U is het incassobureau BTW-plichtig. Over haar incassokosten (ook al zijn die in deze gevallen op de debiteur verhaald) zal het incassobureau dus BTW in rekening moeten brengen. Deze kunt U echter weer verrekenen bij Uw BTW aangifte, zodat U per saldo Uw hoofdsom overhoudt. En juist ómdat U de BTW mag verrekenen, is het wettelijk niet toegestaan de BTW van Uw debiteur te vorderen. Dit zou immers betekenen dat Uw debiteur meer schade zou betalen dan U in werkelijkheid lijdt. Een eenvoudig trucje om te kijken of het voorgaande klopt is het optellen van de in rekening gebrachte BTW met het bedrag dat aan u wordt overgemaakt. Als het goed is vormen die posten tezamen de door U ter incasso aangeboden hoofdsom.
Als deze incassobetaling aan U gedaan wordt dient U dit direct mede te delen aan het incassobureau. Het incassobureau schrijft Uw debiteur dan aan voor het restant. Op het moment van betaling is er al sprake van een resultaat (= cure) en dus wordt een resultaatsvergoeding verschuldigd aan het incassobureau. Deze resultaatsvergoeding vormt een schadepost voor U die het incassobureau op de debiteur zal trachten te verhalen.
Als deze betaling bij u gedaan wordt dient u dit direct mede te delen aan het incassobureau. Alle in betalingen strekken eerst in mindering op de incassokosten en daarna pas op de incassovordering. Het incassobureau schrijft uw debiteur dan aan voor het restant. Op het moment van incasso betaling is er al sprake van een resultaat (= cure) en dus wordt een resultaatsvergoeding verschuldigd aan het incassobureau. Deze resultaatsvergoeding vormt een schadepost voor u die het incassobureau op de debiteur zal trachten te verhalen (hetgeen in de meeste gevallen ook lukt). Indien in deze fases een incasso betaling plaatsvindt, zijn de meeste incassokosten al gemaakt. Alsdan zal het incassobureau beoordelen of zij de zaak door laat gaan naar de volgende fase, of dat zij eventueel openstaande incassokosten voor haar rekening zal nemen en houdt het lid haar hoofdsom over. Mocht het incassobureau beslissen de zaak door te zetten naar de volgende fase, dan is de no cure no pay incasso regeling voor de executiefase van toepassing. Wordt er niet nog meer resultaat gehaald, dan zal het lid die incassokosten niet hoeven te betalen. Wél blijft de incassovergoeding over het wél behaalde incasso resultaat verschuldigd en zullen deze bij het lid in rekening worden gebracht.
Alsdan zal de incasso betaling tegen kwijting eerst in mindering strekken op de tot dan gemaakte incassokosten. Wordt het incassobedrag tegen kwijting ontvangen bij het lid, dan zal het incassobureau de incassokosten bij het lid in rekening brengen.
Dan zal het lid de tot dan gemaakte incassokosten moeten betalen en is het incassobureau bovendien gerechtigd om een bedrag aan incassokosten en overheadkosten in rekening te brengen als ware de hoofdsom en de rente voldaan. Het is aan het incassobureau om in deze gevallen al dan niet te besluiten of zij wel of niet iets in rekening brengt en zo ja, wat zij dan in rekening brengt. Een en ander hangt natuurlijk samen met de omstandigheden van het geval, zulks enkel ter beoordeling van het incassobureau.
Voor ogen moet worden gehouden dat de vereniging het algemene belang van de leden zwaarder moet laten wegen dan het individuele belang van de leden. Wanneer zich omstandigheden voordoen die niet in het algemeen belang van de leden zijn, dan moet de coöperatie daar iets aan kunnen doen.
Wanneer bijvoorbeeld tijdens de behandeling van een incassoportefeuille blijkt dat het gaat om overeenkomsten betrekking hebbende op zaken die het daglicht niet verdragen, kan dit de vereniging (en daarmee het algemeen belang van de leden) schaden, en moet de coöperatie een eind aan die situatie kunnen maken. Ook wanneer een partij lid is geworden die onevenredig veel inspanning opeist ten opzichte van de andere leden, moet het mogelijk zijn iets aan die situatie te doen. Dit is ook de reden dat NUTS bedrijven (of andere hele grote coöperaties) geen lid kunnen worden. Kortom, iedere situatie die niet in het algemeen belang van de leden is, zal door de coöperatie kunnen worden beëindigd.